08
Oct, 2025

 Door Klaas De Baere

Deel dit artikel


Verkennen en 'Zijn' door Klaas De Baere


Verkennen en 'Zijn' door Klaas De Baere

Pieternelle kwam het schildersatelier binnen met een grote rugzak, eentje die nooit zal verdwijnen en ook niet verwerkt hoeft te worden in haar werk. Belangrijk is wel dat die rugzak een plek krijgt in het atelier, aan de deur of naast haar tafel. Werk maken is altijd verbonden met tijd, ruimte en context. Het atelier moet persoonlijk zijn. Voor Pieternelle is mijn eerste doel dus een veilige ruimte creëren waar zij gewoon kan zijn. Niet creëren, niet kritisch denken of converseren, maar simpelweg ‘zijn’.


 

Hiervoor waren enkele ingrepen in de ruimte nodig: een plek waar ze de boom in de tuin kan zien, het atelier kan overschouwen en niet met haar rug naar de deur zit. Stap één: geslaagd. Stap twee is het verkennen van elkaar als persoon. Ik voer korte gesprekken met Pieternelle, over ditjes en datjes, los van het werk of maakproces, puur om elkaar te leren kennen. Je kunt niet zomaar iemands artistiek mentor worden en je mengen in een zeer persoonlijk proces vol gevoeligheden.

Dat vertrouwen moet je verdienen en aangereikt krijgen van de ander. Daarom is het cruciaal om de kunstenaar in eerste instantie als mens te zien, los van de rugzak.

Als gelijke, als collega.

Langzaam maar zeker klikt het tussen Pieternelle en mij, en wordt het atelier een plek waar zij in alle vertrouwen kan zijn.

Naast het ‘zijn’ is het voor mij als artistiek mentor belangrijk dat Pieternelle als kunstenaar zelfstandige, autonome keuzes kan maken of leert maken in functie van haar werk. Die kritische houding hoeft daarom niet altijd inhoudelijk te zijn: het kan evengoed gaan om een penseelstreek waar je even bij fronst, of een spanning die het werk net niet ten goede komt.

Door vragen te stellen aan Pieternelle, in plaats van antwoorden te geven, stimuleer ik haar om eigen inzichten te ontwikkelen. Dat is voor mij cruciaal.

Pieternelle was hier enorm snel mee weg. Soms vraagt ze me zelfs geërgerd om mijn mening te geven. Dan zegt ze: “Maar wat vind je er nu echt van?! Ik zie dat er iets is!” Voor mij zijn dit specifieke leermomenten waar ik naartoe werk: momenten waarop ik haar de tools kan geven om zelf te denken. En dat lukt keer op keer. Pieternelle is van nature een kritische kunstenaar die altijd haar eigen weg volgt, iets wat ik alleen maar kan toejuichen. Ook technisch heeft ze het meeste onder de knie. Wat mij wel meteen opvalt, is haar worsteling met het vinden van inspiratie. Dat komt in golven: soms volgt het ene werk het andere in razend tempo, maar er zijn ook dagen waarop ze onrustig is en geen onderwerp kan vinden.

Thema’s zoals handen, brandende gebouwen en fragiele figuren keren steevast terug. De gemeenschappelijke noemer in Pieternelles tekeningen en schilderijen is fragiliteit inzetten als kracht. Ze creëert technisch en letterlijk krachtige beelden, ook door de brute en levendige manier waarop ze in het atelier gedreven te werk gaat. Het resultaat is telkens een fragiel werk, alsof het je naar binnen trekt, voorbij de zijden van het canvas. Op dit moment in haar oeuvre ziet ze haar persoonlijke interesses zelf nog niet altijd duidelijk, en dat kan soms een worsteling zijn.

Op zich is dat niet erg, maar ze geeft vaak aan daar hulp bij te willen. Waar je de ene kunstenaar leert olieverf te gebruiken en de andere leert kritisch te kijken, ligt mijn begeleiding bij Pieternelle nu vooral in het ontwikkelen en herkennen van haar persoonlijke interesses.

Ondertussen is Pieternelle al meer dan een jaar aanwezig in mijn atelier. Tot op vandaag blijft het verkennen van haar interesseveld mijn belangrijkste taak als mentor: door haar boeken aan te reiken, fascinaties te helpen vormgeven en onder woorden te brengen, of fotoreeksen die ze maakt te benutten. Dit blijf ik doen door haar uit te dagen en vragen te stellen, zodat ze autonoom antwoorden kan formuleren zonder mijn inmenging.