Pim Cornelussen Salomé Mooij ← Terug naar overzicht




Voorstel

Reconstructie van een schuilplaats(Een plaats als een gat, als een pauze, een uitsparing, een instulping, een holte, als een berging)Een boulevard.Harde wind duwt je vooruit.Hoge gebouwen van glas langs beide kanten.Gebouwen als muren waardoor mensen worden opgeslokt.Een tramspoor.Tussen de sporen.Een regenplas.Op die regenplas, een duif.Een duif die in het rond kijkt, terwijl een andere duif komt aangelopen.De twee pikken schichtig in de plas.De ene steekt zijn hoofd in de plas, strekt zijn lijf verticaal, schudt heen en weer.De ander kijkt en spat een beetje water omhoog.De ene kijkt op en spat ook een beetje water omhoog.De ander maakt zich groot en komt op de ene af, deze deinst voorzichtig terug.Twee duiven tussen twee sporen kijken in het rond.De ene steekt zijn hoofd in de plas, strekt zijn lijf verticaal, schudt heen en weer.De ander volgt de beweging van de ene.Twee duiven lijfjes strekken zich verticaal, schudden heen en weer en water spat omhoog.De ene stopt, de ander gaat door.De ene pikt, de ander hopt opzij.Twee duiven tussen twee sporen kijken in het rond.Handen op een rug.Een vrouw kijkt naar de grond,loopt tot aan een straatlantaarn,staat stil,legt een hand op de paal.Schuifelt wat naar voren, kijkt om zich heen.Laat dan de paal los,staat stil,draait zich voetje voor voetje naar links.Voelt aan haar buik,trekt haar trui omlaag,loopt tot de rand van de stoep.Pakt de paal van het verkeersbord vast.Verplaatst haar hand; hoger op de paal dan terug omlaag.De vrouw geeft auto's voorrang met een handgebaar.Draait zich dan plots naar links, loopt tegen een laag paaltje aan.Haar onderbenen drukken zich tegen de paal,haar bovenlijf kantelt naar voren,haar handenpakken nog net de bovenkant beet.Ze stapt langs het paaltje,strekt haar handen uit naar het volgende paaltje en pakt het vast.Ze kijkt naar links, rechts en steekt over.Aan de overkant van de straat stapt ze de stoep op,legt haar hand op een paaltje,schuifelt wat naar voren, kijkt om zich heen.Ze laat haar lichaam op de hoek van een houten bankje zakken.Ze leunt met een zucht achterover en legt haar handen in haar schoot.Haar voeten bungelen boven de stoeptegelsHeen en weer, heen en weer.Ze wrijft haar handen warm en knoopt haar sjaal strakker rond haar nek.



Een plein, een kerk.In de kerk, tussen de zuilen,een bijeenkomst van lege houten stoelen.Rijen in halve cirkels.Op de achterste rij in het midden een donker blauwe jas.In elkaar gedoken, doodstil, een man in de jas.Een hand op een casetterecorder waar een zacht geluid uit komt.Zijn blik op zijn hand, zijn hand op de klanken.Dan zet hij de recorder uit.Geluid van houten poten over stenen tegels.De man vouwt een krant open,legt deze op de stoel naast hemlegt zijn voeten op de krantlaat zijn hoofd zakken naar de andere kant.Een uitgestrekte man in een donker blauwe jas.Over de lege houten stoelen als over een moederschoot.Het laatste vertraagde geluid sterft weg.In de rechterhoek van de kerkde stenen, zwijgende Maria.Op een rotonde,een vijver die droog staat.Eromheen houten stoelen, vast genageld in de grond.Naast de vijver, een vrouw.Zij staat voor een stoel met haar handen in haar zakken.Ze staat stil en kijkt omhoog.Auto's razen rond de rotonde in hetzelfde ritme voorbij.Etam Lingerie, Swarovski Jewelry , Nike sporting goods, KIKO Milano Cosmetics.Een stroom mensen met veelkleurige tassen,van links naar rechts, van rechts naar links, links rechts,rechts links.In het midden van de stroom een jongen.Twee sneakers, een jeans broek, zwart vest met capuchon, zwarte oordopjes enzwarte korte stekeltjes.Hij danst.Hij strekt zijn armen voor zich uit, wijst ermee naar onbekenden.Hij stapt naar voren, gooit zijn armen in de lucht en draait.Zijn hoofd zwiert achter zijn lichaam aan horizontaal door de lucht.De andere kant op. Nog een keer.Hij zingt mee: “Like me... nanananan... Like me....”en lacht en lacht en lacht en lacht.Hij lacht iedereen toe die op hem afloopt en uitwijkt.“Everybody try to hang on!”Hij staat stil, begint te draaien op één plek,kijkt omhoog, gooit zijn armen in de lucht en klapt.Naast nummer 81, tussen twee pilaren van DEXIA verzekeringenEen vrouw met een kerstmuts op.Rood met witte randen en een lichtgevende bal op de top.Ze trekt een blauwe geruite boodschappen tas achter zich aan op een karretje met wieltjes.De vrouw zit op een tas, een plastic bekertje voor zich op de straatstenen.Het bekertje wordt omver gelopen.De vrouw vloekt zachtjes, de voorbijganger verontschuldigt zich.De munten worden gezamenlijk verzameld, verspreid over de straatstenen.Het bekertje wordt rechtgezet, de voorbijganger geeft wat extra munten en loopt door.



Het bekertje wordt omver gelopen.De vrouw vloekt zachtjes, de voorbijganger verontschuldigt zich.De munten worden gezamenlijk verzameld, verspreid over de straatstenen.Het bekertje wordt rechtgezet, de voorbijganger geeft wat extra munten en loopt door.Het bekertje wordt omver gelopen.De voorbijganger verontschuldigt zich en loopt door.De vrouw verzamelt de munten van de straatstenen, trekt de lichtgevende muts over haar oren en neemt het bekertje in de hand.Een barst over de hele lengte van een raam.Bruine tapeals een uitgerekte pleister over het glas.Blauwe tegels, muren met gaten en een zwart bankje met betonnen poten.Een zwarte lege kinderwagen in de hoek.Een man met een groene muts komt binnen, gaat zitten in het midden van het bankje, richt zijn blik opde draaiende trommel voor hem.Het geluid van afremmende trommels en spoelend water.Objecten gevonden op willekeurige straatbankjes:1.Drie blauwe kroonkurken, één op zijn kop, twee dubbelgevouwen.Allen bedrukt met een gouden etiket en adellijke korentekens.2.Een krant, dichtgevouwen, de kruiswoord puzzel ingevuld.3.23 mandarijnen schillen, dat zal uitkomen op minstens drie mandarijnen4.Een doorzichtig plastic zeil met oranje tape om het bankje te omsluiten.Condens aan de binnenkant van het plastic.Een bankje op het hoogste punt van de stad.Vier jongens op een rijtje, vier ruggen naast elkaarEen witte muts en drie zwarte.Voor hen de stad.Een landschap waarin kranen uitsteken boven een veld van daken.Een marmeren vloeromgeven door marmeren zuilenzo groot als twintig mensen die op elkaars schouders staan.Daartussenmarmeren muren met marmeren bankjesen aan de zijkant een lange man in een bruin tweedelig pak.Hij staat stil en kijkt voor zich uit.Hoe lang kijkt hij daar al voor zichuit?De man rookt en praat.Zijn stem zoemt tussen de marmeren zuilen.Hoe lang zoemt zijn stem al tussen de marmeren zuilen?Het zoemen stopt.De man loopt onder de marmeren poort door en verdwijnt.De stad in.Traag stromend water en een brug.Een vrouw daalt een smalle stenen trap af.Korte treden, nat en glad.Mag ze hier komen?Een smalle kade.Een verloren sjaal.Lange stroken grijs beton.Verticaal, als naar een oneindig punt.Gekoer van duiven.Waarom maken duiven hun zin niet af?



Wie zorgt er voor jou?Wat doe jij hier?Wat doet zij hier?Geur van uitwerpselen.Getoeter.Gedreun van auto's over het wegdek.Alles ver weg.Een paar eenden drijven voorbij,vooruitgeblazen door de wind.Het water groen, als een doffe spiegel.Knipperende zonnestralen op ondiepe golvenmaken patronen op de muren.Op de muur aan de overkant: 'All together'.De letters wit, de buitenste lijnen rood.Verderop: 'RALERS' met een uitroepteken,de letters wit, de buitenste lijnen blauw en zwart,alsof ze uit de muur willen stappen.Daarnaast: 'I was here', enkelvoudig in het grijs.Recht onder de brug: 'BETON', zwart en gekrabbeld.Er passen minstens drie mensen in één letter.Boven de muur, het wegdek en het stromende leven.Fietsers met helmen, gele vestjes.Van rechts naar links, van rechts naar links, van rechts naar links.Trams, auto's.Hier kan niemand me zien.Dan de punt van een binnenvaartschip.Een schip zo breed als de waterwegen zo laag dat het water over de randen klotst.In het water, gevuld met water.Een oneindig schip.Dan plots een verhoging, met een hokje, een raam,en een man die groet